1
Snij het stuk vlees in gelijke blokjes van ongeveer 3 cm breed.
2
Kneus de jeneverbessen in de vijzel.
3
Snipper de sjalotten fijn en plet de look tot pulp. Verwarm een stoofpot. Stoof de stukjes sjalot met knoflook kort in het gesmolten smout. (Of gebruik een beetje van het ganzenvet.) Stoof vervolgens de blokjes vlees een paar minuten mee.
4
Voeg de gekneusde jeneverbessen toe, samen met tijm, laurierblad, rozemarijn en de kruidnagel. Voor het gemak kan je de laurier, de tijm en de rozemarijn samenbinden tot een tuiltje.
5
Flambeer de pot met de scheut calvados.
6
Schenk de kippenbouillon en de witte wijn in de pot. Laat de alcohol wegdampen en voeg mosterd toe.
7
Zet het deksel (gekanteld) op de pot en laat de bereiding 60 tot 90 minuten sudderen op een zacht vuur. Roer af en toe.
8
Giet de inhoud van de pot door een zeef. Laat het vlees uitlekken en bewaar de smaakvolle jus. (Verwijder de uitgekookte kruiden en specerijen.)
9
Doe de blokjes gaar varkensgebraad in de mengkom van de keukenmachine. Plaats het K-hulpstuk en laat de machine rustig draaien tot het vlees uiteengerafeld is.
10
Schenk een beetje jus bij het vlees tot je een smeuïg mengsel krijgt.
11
Smelt het ganzenvet en schenk 2/3 ervan bij het draadjesvlees.
12
Proef en kruid de rillettes met nootmuskaat, zwarte peper en zout.
13
Schep de rillettes in een schaal en schenk de rest van het ganzenvet erover. Laat de rillettes enkele uren afkoelen en opstijven in de koelkast.
14
Serveer porties rillettes op sneetjes (getoast) stokbrood of vierkantjes zuurdesembrood. Werk ze af met een plakje zure augurk en een zuur zilveruitje. Of: hak de uitjes en augurken tot een fijne mengeling en laat je gasten eigenhandig toastjes met rillettes beleggen.
1
Snij het stuk vlees in gelijke blokjes van ongeveer 3 cm breed.
2
Kneus de jeneverbessen in de vijzel.
3
Snipper de sjalotten fijn en plet de look tot pulp. Verwarm een stoofpot. Stoof de stukjes sjalot met knoflook kort in het gesmolten smout. (Of gebruik een beetje van het ganzenvet.) Stoof vervolgens de blokjes vlees een paar minuten mee.
4
Voeg de gekneusde jeneverbessen toe, samen met tijm, laurierblad, rozemarijn en de kruidnagel. Voor het gemak kan je de laurier, de tijm en de rozemarijn samenbinden tot een tuiltje.
5
Flambeer de pot met de scheut calvados.
6
Schenk de kippenbouillon en de witte wijn in de pot. Laat de alcohol wegdampen en voeg mosterd toe.
7
Zet het deksel (gekanteld) op de pot en laat de bereiding 60 tot 90 minuten sudderen op een zacht vuur. Roer af en toe.
8
Giet de inhoud van de pot door een zeef. Laat het vlees uitlekken en bewaar de smaakvolle jus. (Verwijder de uitgekookte kruiden en specerijen.)
9
Doe de blokjes gaar varkensgebraad in de mengkom van de keukenmachine. Plaats het K-hulpstuk en laat de machine rustig draaien tot het vlees uiteengerafeld is.
10
Schenk een beetje jus bij het vlees tot je een smeuïg mengsel krijgt.
11
Smelt het ganzenvet en schenk 2/3 ervan bij het draadjesvlees.
12
Proef en kruid de rillettes met nootmuskaat, zwarte peper en zout.
13
Schep de rillettes in een schaal en schenk de rest van het ganzenvet erover. Laat de rillettes enkele uren afkoelen en opstijven in de koelkast.
14
Serveer porties rillettes op sneetjes (getoast) stokbrood of vierkantjes zuurdesembrood. Werk ze af met een plakje zure augurk en een zuur zilveruitje. Of: hak de uitjes en augurken tot een fijne mengeling en laat je gasten eigenhandig toastjes met rillettes beleggen.