1
Snijd de korsten van de kaas en rasp hem grof (400 g netto). Laat de gelatineblaadjes in koud water weken. Smelt de boter in een stoofpan, bestuif hem met bloem en roer tot het mengsel lichtjes kleurt.
2
Giet de melk, beetje bij beetje, al mengend in de stoofpan. Kruid met peper, met zout en voeg een beetje nootmuskaat toe.
3
Haal de pan van het vuur en roer er de uitgewrongen gelatineblaadjes onder. Voeg de geraspte kaas toe en meng tot hij gesmolten is.
4
Klop 4 eidooiers los met de room (houd de eiwitten apart). Voeg ze krachtig mengend aan de bereiding toe en breng verder op smaak.
5
Bekleed een grote schaal met bakpapier en verdeel er de bereiding over. Dek af met vershoudfolie en laat 12 u in de koelkast rusten.
6
Ontvorm de bereiding en snijd ze in 16 grote porties (of 20 middelgrote of 32 kleine).
7
Klop de eiwitten met de 2 hele eieren, peper en zout. Rol de deegstukken in de bloem, schud ze en haal ze door de eieren. Rol ze ten slotte in het paneermeel.
8
Laat de kroketjes minstens 2 u in de koelkast rusten (12 u indien mogelijk) vóór het bakken (olie op 180°C). Laat ze op keukenpapier uitlekken. Serveer met een slaatje, gefrituurde peterselie en citroenpartjes, als voorgerecht of als lunch (of bij het aperitief voor het kleinste formaat).
9
Tip: Je kunt de kroketjes na stap 7 meteen invriezen.
1
Snijd de korsten van de kaas en rasp hem grof (400 g netto). Laat de gelatineblaadjes in koud water weken. Smelt de boter in een stoofpan, bestuif hem met bloem en roer tot het mengsel lichtjes kleurt.
2
Giet de melk, beetje bij beetje, al mengend in de stoofpan. Kruid met peper, met zout en voeg een beetje nootmuskaat toe.
3
Haal de pan van het vuur en roer er de uitgewrongen gelatineblaadjes onder. Voeg de geraspte kaas toe en meng tot hij gesmolten is.
4
Klop 4 eidooiers los met de room (houd de eiwitten apart). Voeg ze krachtig mengend aan de bereiding toe en breng verder op smaak.
5
Bekleed een grote schaal met bakpapier en verdeel er de bereiding over. Dek af met vershoudfolie en laat 12 u in de koelkast rusten.
6
Ontvorm de bereiding en snijd ze in 16 grote porties (of 20 middelgrote of 32 kleine).
7
Klop de eiwitten met de 2 hele eieren, peper en zout. Rol de deegstukken in de bloem, schud ze en haal ze door de eieren. Rol ze ten slotte in het paneermeel.
8
Laat de kroketjes minstens 2 u in de koelkast rusten (12 u indien mogelijk) vóór het bakken (olie op 180°C). Laat ze op keukenpapier uitlekken. Serveer met een slaatje, gefrituurde peterselie en citroenpartjes, als voorgerecht of als lunch (of bij het aperitief voor het kleinste formaat).
9
Tip: Je kunt de kroketjes na stap 7 meteen invriezen.