1
Verwarm de oven voor op 220 °C.
2
Verdeel de kabeljauw in 4 stukken van ongeveer 150 g.
3
Pel de sjalotten en snijd deze in ringen. Schil de wortel en snijd deze in fijne plakjes. Snijd de lente-ui fijn en de kerstomaatjes overlangs in 2. Haal de harde kern uit de venkel en snijd hem fijn.
4
Leg een vel bakpapier open en bedek 2/3 met een 2de vel zodat je in het midden een dubbele laag bekomt. Schik hierop 1/4 van de groenten en 1 stuk vis. Leg er een takje tijm en 1 schijfje citroen op. Kruid goed af met peper en een snuifje zout, voeg dan 1/4 van de witte wijn toe en een nootje boter.
5
Vouw de boven- en onderkant van het papier naar boven en plooi deze zorgvuldig dicht. Maak de andere 2 uiteinden dicht met een keukentouw zoals een bonbon. Herhaal dit voor de 3 resterende papillotten.
6
Schik de papillotten op een bakplaat en gaar ze 20 min. in de oven.
7
Serveer ze op een warm bord.
1
Verwarm de oven voor op 220 °C.
2
Verdeel de kabeljauw in 4 stukken van ongeveer 150 g.
3
Pel de sjalotten en snijd deze in ringen. Schil de wortel en snijd deze in fijne plakjes. Snijd de lente-ui fijn en de kerstomaatjes overlangs in 2. Haal de harde kern uit de venkel en snijd hem fijn.
4
Leg een vel bakpapier open en bedek 2/3 met een 2de vel zodat je in het midden een dubbele laag bekomt. Schik hierop 1/4 van de groenten en 1 stuk vis. Leg er een takje tijm en 1 schijfje citroen op. Kruid goed af met peper en een snuifje zout, voeg dan 1/4 van de witte wijn toe en een nootje boter.
5
Vouw de boven- en onderkant van het papier naar boven en plooi deze zorgvuldig dicht. Maak de andere 2 uiteinden dicht met een keukentouw zoals een bonbon. Herhaal dit voor de 3 resterende papillotten.
6
Schik de papillotten op een bakplaat en gaar ze 20 min. in de oven.
7
Serveer ze op een warm bord.