1
Fruit het vlees goudbruin, in een grote braadpan met de boter en de olijfolie. Kruid met peper en zout.
2
Smelt de pancetta zachtjes in een stoofpan, verhoog het vuur en bak de pancetta met de zilveruitjes. Voeg, zodra alles mooi goudbruin is, het vlees toe, samen met de champignons in grote stukken, de wildfond, de tijm, het laurierblaadje en de kruidenmix.
3
Giet de rode wijn in de braadpan waarin je het vlees hebt gebakken, roer alle aanbaksels goed los en giet in de stoofpan. Breng aan de kook, zet het deksel op de pan en laat 1 u 30 min. op een heel zacht vuurtje pruttelen. Haal het deksel van de pan en laat nog 30 min. koken.
4
Haal de pan van het vuur, zet het deksel terug op de pan en laat 15 min. rusten vóór het opdienen (zo is het vlees malser). Geef er een gratin dauphinois bij.
1
Fruit het vlees goudbruin, in een grote braadpan met de boter en de olijfolie. Kruid met peper en zout.
2
Smelt de pancetta zachtjes in een stoofpan, verhoog het vuur en bak de pancetta met de zilveruitjes. Voeg, zodra alles mooi goudbruin is, het vlees toe, samen met de champignons in grote stukken, de wildfond, de tijm, het laurierblaadje en de kruidenmix.
3
Giet de rode wijn in de braadpan waarin je het vlees hebt gebakken, roer alle aanbaksels goed los en giet in de stoofpan. Breng aan de kook, zet het deksel op de pan en laat 1 u 30 min. op een heel zacht vuurtje pruttelen. Haal het deksel van de pan en laat nog 30 min. koken.
4
Haal de pan van het vuur, zet het deksel terug op de pan en laat 15 min. rusten vóór het opdienen (zo is het vlees malser). Geef er een gratin dauphinois bij.