1
Breng de melk in een steelpan zachtjes aan de kook met de geperste teentjes knoflook, de geraspte nootmuskaat, peper, zout en tijm. Snijd de sjalotten en de aardappelen (ongeschild) in dunne schijfjes met een mandoline. Voeg alles toe aan de hete melk, breng dit opnieuw aan de kook en laat alles 10 min. sudderen, tot de aardappelen gaar zijn.
2
Verwarm de oven voor op 200 °C. Leg de kipfilets tussen 2 vellen bakpapier en druk ze plat met een deegroller, vleeshamer of braadpan. Wanneer ze ± 5 mm dik zijn, kruid je ze lichtjes en leg je er een ½ plakje ham op, evenals dunne plakjes gruyèrekaas. Vouw ze in 2 en haal ze door de bloem. Klop de overtollige bloem eraf, haal ze dan door de losgeklopte eieren (gezouten en gepeperd) en ten slotte door de panko.
3
Verhit de boter in een koekenpan die net groot genoeg is voor de cordon bleus en bak ze 10 min. bruin op een matig vuurtje terwijl je ze regelmatig omdraait.
4
Bedek de bakplaat met bakpapier en schik de aardappelen en sjalotten in afzonderlijke gratins van 3 à 4 cm dik met behulp van een serveerring. Bestrooi met geraspte gruyerekaas en een beetje panko. Bak ze 5 min. in de oven, op hetzelfde moment als de cordon bleus. Leg ze op een plankje en laat ze 5 min. rusten. Zet de oven op "grill" en laat de gratins nog 5 min. bakken.
5
Salade: snijd de appel in kleine blokjes en de slaharten in 4. Besprenkel ze met een vinaigrette op basis van honing, azijn, olijfolie, peper en zout. Voeg ook de gehakte bieslook toe en meng alles.
6
Bestrooi de cordons bleus met een beetje fleur de sel; serveer ze met de gratins dauphinois en de salade.
1
Breng de melk in een steelpan zachtjes aan de kook met de geperste teentjes knoflook, de geraspte nootmuskaat, peper, zout en tijm. Snijd de sjalotten en de aardappelen (ongeschild) in dunne schijfjes met een mandoline. Voeg alles toe aan de hete melk, breng dit opnieuw aan de kook en laat alles 10 min. sudderen, tot de aardappelen gaar zijn.
2
Verwarm de oven voor op 200 °C. Leg de kipfilets tussen 2 vellen bakpapier en druk ze plat met een deegroller, vleeshamer of braadpan. Wanneer ze ± 5 mm dik zijn, kruid je ze lichtjes en leg je er een ½ plakje ham op, evenals dunne plakjes gruyèrekaas. Vouw ze in 2 en haal ze door de bloem. Klop de overtollige bloem eraf, haal ze dan door de losgeklopte eieren (gezouten en gepeperd) en ten slotte door de panko.
3
Verhit de boter in een koekenpan die net groot genoeg is voor de cordon bleus en bak ze 10 min. bruin op een matig vuurtje terwijl je ze regelmatig omdraait.
4
Bedek de bakplaat met bakpapier en schik de aardappelen en sjalotten in afzonderlijke gratins van 3 à 4 cm dik met behulp van een serveerring. Bestrooi met geraspte gruyerekaas en een beetje panko. Bak ze 5 min. in de oven, op hetzelfde moment als de cordon bleus. Leg ze op een plankje en laat ze 5 min. rusten. Zet de oven op "grill" en laat de gratins nog 5 min. bakken.
5
Salade: snijd de appel in kleine blokjes en de slaharten in 4. Besprenkel ze met een vinaigrette op basis van honing, azijn, olijfolie, peper en zout. Voeg ook de gehakte bieslook toe en meng alles.
6
Bestrooi de cordons bleus met een beetje fleur de sel; serveer ze met de gratins dauphinois en de salade.