1
Pel de ontdooide garnalen en doe de schilden in een braadpan. Voeg 2 eetlepels olijfolie toe en bak op hoog vuur. Voeg de gehakte sjalot en 1 fijngehakt teentje knoflook toe, besprenkel vervolgens met cognac en flambeer (heel belangrijk: de dampkap moet uit staan!). Voeg de tomatenpuree en de tijm toe en overgiet met water. Breng aan de kook en laat 15 minuten stoven op een zacht vuurtje. Passeer de bisque door een zeef en druk goed aan.
2
Smelt de boter in een kleine braadpan, bestrooi met 1 eetlepel bloem en bak een paar seconden op een hoog vuur. Voeg geleidelijk en al roerend de bisque toe en laat het op laag vuur indikken. Haal de pan van het vuur, voeg de in kleine stukjes gesneden garnalen toe en giet het mengsel over in een schaal. Laat afkoelen.
3
Pel intussen de resterende knoflookteentjes en bak ze aan alle kanten bruin op matig vuur in een kleine pan met de resterende olijfolie.
4
Rasp de schil van 1 citroen en pers het sap uit. Doe ze in de smalle kom van de blender, voeg de gekookte knoflooktenen, peper en zout toe en mix fijn. Voeg de yoghurt toe en breng het geheel op smaak.
5
Doe de rest van de bloem in een kom. Klop het ei met peper en zout los in een aparte kom. Vorm met 2 eetlepels quenelles van het garnalenmengsel. Rol ze in de bloem, duw ze een beetje aan, doop ze dan in de geklopte eieren en tot slot in de panko. Bak de kroketten 2 à 3 minuten in olie verhit op 180 °C en laat ze vervolgens uitlekken op keukenpapier.
6
Schik een beetje saus op de borden en leg de kroketten erop. Versier met fijngehakte bieslook en citroenzeste. Geniet ervan.
1
Pel de ontdooide garnalen en doe de schilden in een braadpan. Voeg 2 eetlepels olijfolie toe en bak op hoog vuur. Voeg de gehakte sjalot en 1 fijngehakt teentje knoflook toe, besprenkel vervolgens met cognac en flambeer (heel belangrijk: de dampkap moet uit staan!). Voeg de tomatenpuree en de tijm toe en overgiet met water. Breng aan de kook en laat 15 minuten stoven op een zacht vuurtje. Passeer de bisque door een zeef en druk goed aan.
2
Smelt de boter in een kleine braadpan, bestrooi met 1 eetlepel bloem en bak een paar seconden op een hoog vuur. Voeg geleidelijk en al roerend de bisque toe en laat het op laag vuur indikken. Haal de pan van het vuur, voeg de in kleine stukjes gesneden garnalen toe en giet het mengsel over in een schaal. Laat afkoelen.
3
Pel intussen de resterende knoflookteentjes en bak ze aan alle kanten bruin op matig vuur in een kleine pan met de resterende olijfolie.
4
Rasp de schil van 1 citroen en pers het sap uit. Doe ze in de smalle kom van de blender, voeg de gekookte knoflooktenen, peper en zout toe en mix fijn. Voeg de yoghurt toe en breng het geheel op smaak.
5
Doe de rest van de bloem in een kom. Klop het ei met peper en zout los in een aparte kom. Vorm met 2 eetlepels quenelles van het garnalenmengsel. Rol ze in de bloem, duw ze een beetje aan, doop ze dan in de geklopte eieren en tot slot in de panko. Bak de kroketten 2 à 3 minuten in olie verhit op 180 °C en laat ze vervolgens uitlekken op keukenpapier.
6
Schik een beetje saus op de borden en leg de kroketten erop. Versier met fijngehakte bieslook en citroenzeste. Geniet ervan.