1
Haal de bouten van de Mechelse koekoek, houd ze apart en doe de rest in een kookpot. Snijd de wortelen, de knolselder, de uien en het preigroen in grote stukken. Doe ze samen met de bladpeterselie, ¾ van de tijm, de oregano en de laurierblaadjes in de kookpot. Overgiet met koud water en breng aan de kook. Zet het deksel op de pan en laat 1 u. op een heel zacht vuurtje sudderen.
2
Laat de morieljes minstens 1 u. in warm water weken en ververs het water na 30 min. Giet de morieljes af en fruit ze 2 min. op een hoog vuur, in een braadpan met 15 g geklaarde boter. Giet er de witte wijn bij, laat voor de helft inkoken en voeg de room toe. Laat 20 min. op een heel zacht vuurtje pruttelen.
3
Snijd de bouten van de koekoek ter hoogte van het gewricht in 2 stukken. Bak ze op een matig vuurtje rondom goudbruin, in een braadpan met de rest van de gesmolten geklaarde boter. Overgiet met ½ pollepel bouillon (uit de kookpot), zet het deksel op de pan en laat 20 min. op een zacht vuurtje pruttelen.
4
Giet de kip af en filter de bouillon. Laat de gefilterde bouillon inkoken tot je nog 1,1 l overhoudt. Scheur het vlees van de koekoek in kleine stukken los (ook van de bouten).
5
Verwarm de oven voor op 220°C. Snijd de aardperen naargelang hun grootte in 2 of in 4 en bestrijk ze langs alle kanten met olijfolie. Bedek een ovenplaat met bakpapier, schik er de aardperen op en schuif ze 20 min. in de oven. Bestrooi ze op het einde van de baktijd met fleur de sel.
6
Smelt de boter in een stoofpan, bestuif met bloem en laat al roerend lichtjes kleuren. Giet er beetje bij beetje en al kloppend de bouillon bij. Voeg dan de champignonfond, de morieljes met de room en de kleine stukjes koekoek toe. Laat 5 min. op een zacht vuurtje sudderen, voeg het citroensap toe en breng verder op smaak.
7
Verwarm de bladerdeeghapjes volgens de instructies op de verpakking. Leg ze op de borden, vul ze met de koekoek- en morieljesbereiding, voeg de aardperen toe, werk af met tijm en serveer.
1
Haal de bouten van de Mechelse koekoek, houd ze apart en doe de rest in een kookpot. Snijd de wortelen, de knolselder, de uien en het preigroen in grote stukken. Doe ze samen met de bladpeterselie, ¾ van de tijm, de oregano en de laurierblaadjes in de kookpot. Overgiet met koud water en breng aan de kook. Zet het deksel op de pan en laat 1 u. op een heel zacht vuurtje sudderen.
2
Laat de morieljes minstens 1 u. in warm water weken en ververs het water na 30 min. Giet de morieljes af en fruit ze 2 min. op een hoog vuur, in een braadpan met 15 g geklaarde boter. Giet er de witte wijn bij, laat voor de helft inkoken en voeg de room toe. Laat 20 min. op een heel zacht vuurtje pruttelen.
3
Snijd de bouten van de koekoek ter hoogte van het gewricht in 2 stukken. Bak ze op een matig vuurtje rondom goudbruin, in een braadpan met de rest van de gesmolten geklaarde boter. Overgiet met ½ pollepel bouillon (uit de kookpot), zet het deksel op de pan en laat 20 min. op een zacht vuurtje pruttelen.
4
Giet de kip af en filter de bouillon. Laat de gefilterde bouillon inkoken tot je nog 1,1 l overhoudt. Scheur het vlees van de koekoek in kleine stukken los (ook van de bouten).
5
Verwarm de oven voor op 220°C. Snijd de aardperen naargelang hun grootte in 2 of in 4 en bestrijk ze langs alle kanten met olijfolie. Bedek een ovenplaat met bakpapier, schik er de aardperen op en schuif ze 20 min. in de oven. Bestrooi ze op het einde van de baktijd met fleur de sel.
6
Smelt de boter in een stoofpan, bestuif met bloem en laat al roerend lichtjes kleuren. Giet er beetje bij beetje en al kloppend de bouillon bij. Voeg dan de champignonfond, de morieljes met de room en de kleine stukjes koekoek toe. Laat 5 min. op een zacht vuurtje sudderen, voeg het citroensap toe en breng verder op smaak.
7
Verwarm de bladerdeeghapjes volgens de instructies op de verpakking. Leg ze op de borden, vul ze met de koekoek- en morieljesbereiding, voeg de aardperen toe, werk af met tijm en serveer.