Kleine pannenkoekjes met gekaramelliseerde ananas en vanille

Bereid het pannenkoekendeeg. Meng de bloem, 75 g suiker (voor 6 porties) en het bicarbonaat in een kom. Vorm een kuiltje in het midden en breek er de eieren in. Roer de eieren lichtjes los en meng ze daarna door de bloem. Smelt de boter en giet deze samen met de karnemelk bij het deeg. Roer totdat je een homogeen deeg krijgt.

Snijd de vanillestokjes overlangs in 2 en schraap er de zaadjes uit. Schil de ananas en snijd in heel dunne schijfjes. Meng de resterende boter met de resterende suiker en vanillezaadjes en bak de schijfjes ananas erin zacht. Laat ze bakken totdat ze mooi gekaramelliseerd zijn.

Bak de pannenkoekjes. Zet hiervoor een antikleefpannetje op het vuur en lepel er met een pollepel wat deeg in. Leg een sneetje ananas op de pannenkoek en draai ze samen om van zodra het deeg aan de bovenkant (bijna) droog is. Bak de andere kant nog even en houd lekker warm. Herhaal totdat het pannenkoekendeeg en alle schijfjes ananas op zijn.

Afwerken doe je met wat esdoornsiroop en enkele druppeltjes limoensap. Heerlijk, die zachte zoetzure smaak.