1
Verwarm de oven voor op 160°C. Bekleed 1 springvorm van 24 cm met één groot vel bakpapier.
2
Klop de malse boter en de suiker gedurende 5 min. op matige snelheid, tot een smeuïg en luchtig mengsel. Voeg de eieren één voor één toe en klop telkens stevig. Meng er dan de bloem, het zout en de melk onder en giet in de bakvorm.
3
Schil de appelen, snijd ze in 2 en verwijder het klokhuis met een parisiennelepel. Maak aan de bolle kant van de appelen, dicht bij elkaar, regelmatige insnijdingen, maar snijd de stukken niet helemaal door: de halve appelen moeten een waaier vormen. Verdeel ze over het deeg en schuif 55 min. in de oven.
4
Smeer het appelgebak in met de opgewarmde confituur en laat het nog 15 min. bakken. Laat in de bakvorm afkoelen en serveer op kamertemperatuur.
1
Verwarm de oven voor op 160°C. Bekleed 1 springvorm van 24 cm met één groot vel bakpapier.
2
Klop de malse boter en de suiker gedurende 5 min. op matige snelheid, tot een smeuïg en luchtig mengsel. Voeg de eieren één voor één toe en klop telkens stevig. Meng er dan de bloem, het zout en de melk onder en giet in de bakvorm.
3
Schil de appelen, snijd ze in 2 en verwijder het klokhuis met een parisiennelepel. Maak aan de bolle kant van de appelen, dicht bij elkaar, regelmatige insnijdingen, maar snijd de stukken niet helemaal door: de halve appelen moeten een waaier vormen. Verdeel ze over het deeg en schuif 55 min. in de oven.
4
Smeer het appelgebak in met de opgewarmde confituur en laat het nog 15 min. bakken. Laat in de bakvorm afkoelen en serveer op kamertemperatuur.