1
Mix de grofgehakte peterselie in de beker van de mixer fijn met 1 dl water, het sap van 1 citroen en de suiker. Giet het mengsel in een schaal met platte bodem (zoals een ovenschaal) en laat enkele uren in de diepvriezer opstijven.
2
Hak de sjalot en het basilicum fijn. Snijd de courgette en de ontpitte tomaten tot een fijne brunoise (heel kleine blokjes). Meng ze met de sjalot, het basilicum, de parmigiano, het sap van 1 citroen, peper en olijfolie (voeg nu nog geen zout toe, om te vermijden dat de tomaten hun vocht verliezen). Meng goed en laat 30 min. in de koelkast rusten.
3
Gril de pijnboompitten op een matig vuurtje, in een antiaanbakpan zonder toevoeging van vetstof.
4
Voeg net voor het opdienen de pijnboompitten en zout toe aan de tartaar. Laat hem goed uitlekken, dresseer hem met een uitsteekring op de borden en druk goed aan. Schraap de granité met een vork en schep een kleine quenelle op elke tartaar. Tast meteen toe!
1
Mix de grofgehakte peterselie in de beker van de mixer fijn met 1 dl water, het sap van 1 citroen en de suiker. Giet het mengsel in een schaal met platte bodem (zoals een ovenschaal) en laat enkele uren in de diepvriezer opstijven.
2
Hak de sjalot en het basilicum fijn. Snijd de courgette en de ontpitte tomaten tot een fijne brunoise (heel kleine blokjes). Meng ze met de sjalot, het basilicum, de parmigiano, het sap van 1 citroen, peper en olijfolie (voeg nu nog geen zout toe, om te vermijden dat de tomaten hun vocht verliezen). Meng goed en laat 30 min. in de koelkast rusten.
3
Gril de pijnboompitten op een matig vuurtje, in een antiaanbakpan zonder toevoeging van vetstof.
4
Voeg net voor het opdienen de pijnboompitten en zout toe aan de tartaar. Laat hem goed uitlekken, dresseer hem met een uitsteekring op de borden en druk goed aan. Schraap de granité met een vork en schep een kleine quenelle op elke tartaar. Tast meteen toe!