1
Maak het raviolideeg: doe de bloem en het zout in een slakom en maak een kuiltje in het midden. Giet er de eidooiers, 1 dl water en de olie in. Meng en kneed tot een elastisch, niet plakkerig deeg (voeg indien nodig een beetje water toe). Wikkel het deeg in vershoudfolie en laat het 30 min. in de koelkast rusten.
2
Schil de butternut. Snijd 4 schijfjes van 1,5 cm dikte in het rechte deel en houd ze apart. Snijd de rest van de butternut in grote stukken, dompel ze in een steelpan met gezouten kokend water. Kook ze 20 min. en giet ze af.
3
Fruit de fijngesnipperde sjalotjes gedurende 10 min. op een zacht vuurtje, in een braadpan met de helft van de olijfolie. Besprenkel met de witte wijn, voeg de salieblaadjes toe en laat op een matig vuurtje volledig inkoken. Kruid met peper en zout.
4
Verdeel het raviolideeg in worsten. Haal ze enkele keren door een pastamachine, tot je lange, heel fijne stroken deeg hebt. Snijd er met een uitsteekring 12 cirkels van 12 cm diameter uit. Beleg telkens de helft van een deegcirkel (je moet ze nadien in 2 plooien) met ¼ burratabol, een beetje fijngesnipperde sjalot, een beetje gehakte peterselie, enkele druppels honing, peper en zout. Bevochtig de randen van de deegcirkels en plooi ze in 2. Druk ze rondom aan om ze goed te hechten. Laat 15 min. in de koelkast rusten.
5
Snijd de 4 butternutschijfjes in heel kleine blokjes en bak ze 5 min. goudbruin, in een braadpan met de rest van de olijfolie.
6
Haal de salie uit de braadpan. Mix de rest van de sjalotjes met de uitgelekte gekookte stukken butternut en de room fijn in de blender. Breng verder op smaak.
7
Verwarm 2 kookpotten water om niet te veel ravioli tegelijk te koken. Houd het water net onder het kookpunt en dompel er de ravioli voorzichtig in. Kook ze 3 à 4 min. Verdeel de opgewarmde saus over warme borden. Haal de ravioli met een schuimspaan uit het water om ze te laten uitlekken en schik ze op de borden.
8
Voeg de butternutblokjes toe, peterselieblaadjes en olijven in kleine stukken. Bestrooi met geraspte parmigiano en serveer. Zet de rest van de parmigiano apart op tafel.
1
Maak het raviolideeg: doe de bloem en het zout in een slakom en maak een kuiltje in het midden. Giet er de eidooiers, 1 dl water en de olie in. Meng en kneed tot een elastisch, niet plakkerig deeg (voeg indien nodig een beetje water toe). Wikkel het deeg in vershoudfolie en laat het 30 min. in de koelkast rusten.
2
Schil de butternut. Snijd 4 schijfjes van 1,5 cm dikte in het rechte deel en houd ze apart. Snijd de rest van de butternut in grote stukken, dompel ze in een steelpan met gezouten kokend water. Kook ze 20 min. en giet ze af.
3
Fruit de fijngesnipperde sjalotjes gedurende 10 min. op een zacht vuurtje, in een braadpan met de helft van de olijfolie. Besprenkel met de witte wijn, voeg de salieblaadjes toe en laat op een matig vuurtje volledig inkoken. Kruid met peper en zout.
4
Verdeel het raviolideeg in worsten. Haal ze enkele keren door een pastamachine, tot je lange, heel fijne stroken deeg hebt. Snijd er met een uitsteekring 12 cirkels van 12 cm diameter uit. Beleg telkens de helft van een deegcirkel (je moet ze nadien in 2 plooien) met ¼ burratabol, een beetje fijngesnipperde sjalot, een beetje gehakte peterselie, enkele druppels honing, peper en zout. Bevochtig de randen van de deegcirkels en plooi ze in 2. Druk ze rondom aan om ze goed te hechten. Laat 15 min. in de koelkast rusten.
5
Snijd de 4 butternutschijfjes in heel kleine blokjes en bak ze 5 min. goudbruin, in een braadpan met de rest van de olijfolie.
6
Haal de salie uit de braadpan. Mix de rest van de sjalotjes met de uitgelekte gekookte stukken butternut en de room fijn in de blender. Breng verder op smaak.
7
Verwarm 2 kookpotten water om niet te veel ravioli tegelijk te koken. Houd het water net onder het kookpunt en dompel er de ravioli voorzichtig in. Kook ze 3 à 4 min. Verdeel de opgewarmde saus over warme borden. Haal de ravioli met een schuimspaan uit het water om ze te laten uitlekken en schik ze op de borden.
8
Voeg de butternutblokjes toe, peterselieblaadjes en olijven in kleine stukken. Bestrooi met geraspte parmigiano en serveer. Zet de rest van de parmigiano apart op tafel.