1
Snijd het brood in blokjes en dompel ze in de melk. Schil de zeste van ½ citroen.
2
Schil de geschilde pastinaken in blokjes, doe ze in een kookpot en overgiet met water. Breng aan de kook en reken 20 min. kooktijd, op een zacht vuurtje.
3
Doe de kalkoenblokjes in een slakom en voeg de guanciale, het ei, de parmigiano, peper, zout en het week geworden brood toe. Meng en hak in de hakmolen (of gebruik je mixer als hij krachtig genoeg is): het gehakt hoeft niet echt fijn te zijn. Voeg er 40 g grofgehakte pecannoten aan toe. Verdeel de bereiding in 16 porties en rol tot balletjes. Bak ze ± 10 min. op een matig vuurtje goudbruin, in een grote braadpan met de olijfolie. Besprenkel de balletjes met het sap van ½ citroen en de ahornsiroop en laat ze bakken tot ze mooi rondom gekaramelliseerd zijn.
4
Giet de pastinaakblokjes af, doe ze opnieuw in de kookpot, maar zet ze niet op het vuur. Plet ze fijn met het sap van ½ citroen.
5
Fruit de olijven en de rest van de pecannoten gedurende 1 min. in de braadpan met de balletjes. Snijd de citroenzeste in fijne staafjes.
6
Overgiet de balletjes met saus, serveer ze met hun garnituren en de puree. Werk de borden af met citroenzeste en bladpeterselie.
1
Snijd het brood in blokjes en dompel ze in de melk. Schil de zeste van ½ citroen.
2
Schil de geschilde pastinaken in blokjes, doe ze in een kookpot en overgiet met water. Breng aan de kook en reken 20 min. kooktijd, op een zacht vuurtje.
3
Doe de kalkoenblokjes in een slakom en voeg de guanciale, het ei, de parmigiano, peper, zout en het week geworden brood toe. Meng en hak in de hakmolen (of gebruik je mixer als hij krachtig genoeg is): het gehakt hoeft niet echt fijn te zijn. Voeg er 40 g grofgehakte pecannoten aan toe. Verdeel de bereiding in 16 porties en rol tot balletjes. Bak ze ± 10 min. op een matig vuurtje goudbruin, in een grote braadpan met de olijfolie. Besprenkel de balletjes met het sap van ½ citroen en de ahornsiroop en laat ze bakken tot ze mooi rondom gekaramelliseerd zijn.
4
Giet de pastinaakblokjes af, doe ze opnieuw in de kookpot, maar zet ze niet op het vuur. Plet ze fijn met het sap van ½ citroen.
5
Fruit de olijven en de rest van de pecannoten gedurende 1 min. in de braadpan met de balletjes. Snijd de citroenzeste in fijne staafjes.
6
Overgiet de balletjes met saus, serveer ze met hun garnituren en de puree. Werk de borden af met citroenzeste en bladpeterselie.