1
Verwarm de oven voor op 220°C. Snijd de wortelen in schijfjes (je hoeft ze niet te schillen als ze bio zijn) en snijd de geschilde knolselder in kleine blokjes Leg een vel bakpapier op de ovenplaat en verdeel er de groenten over. Smeer ze in met 2 el olijfolie en bestrooi ze met geriste tijm en rozemarijn. Schuif alles 20 min. in de oven.
2
Meng het varkensgehakt met de fijngehakte spekblokjes, de komijn, het losgeklopte ei en de gehakte bladpeterselie. Kruid met zout en peper. Vorm gehaktballetjes en bak ze aan alle kanten goudbruin in een braadpan met 1 el olijfolie. Zet het deksel op de pan en laat nog 12 min. op een zacht vuurtje garen.
3
Pel de uien en snijd ze in kleine partjes. Fruit ze 15 min. op een matig vuurtje in een braadpan met 1 el olijfolie.
4
Snijd de ongeschilde butternut in grote blokjes en stoom ze 12 min.
5
Kook de quinoa volgens de instructies op de verpakking.
6
Laat 20 g boter zachtjes smelten in een grote stoofpan. Bestuif de boter met bloem en meng 2 min. Meng beetje bij beetje met de kippenbouillon en voeg dan de room toe. Laat zachtjes sudderen tot een smeuïge saus. Voeg de butternut en het citroensap toe. Mix alles. Voeg de uien, de wortelen, de knolselder en de balletjes toe. Breng verder op smaak.
7
Dien de balletjes warm op met de quinoa. Werk af met oregano.
1
Verwarm de oven voor op 220°C. Snijd de wortelen in schijfjes (je hoeft ze niet te schillen als ze bio zijn) en snijd de geschilde knolselder in kleine blokjes Leg een vel bakpapier op de ovenplaat en verdeel er de groenten over. Smeer ze in met 2 el olijfolie en bestrooi ze met geriste tijm en rozemarijn. Schuif alles 20 min. in de oven.
2
Meng het varkensgehakt met de fijngehakte spekblokjes, de komijn, het losgeklopte ei en de gehakte bladpeterselie. Kruid met zout en peper. Vorm gehaktballetjes en bak ze aan alle kanten goudbruin in een braadpan met 1 el olijfolie. Zet het deksel op de pan en laat nog 12 min. op een zacht vuurtje garen.
3
Pel de uien en snijd ze in kleine partjes. Fruit ze 15 min. op een matig vuurtje in een braadpan met 1 el olijfolie.
4
Snijd de ongeschilde butternut in grote blokjes en stoom ze 12 min.
5
Kook de quinoa volgens de instructies op de verpakking.
6
Laat 20 g boter zachtjes smelten in een grote stoofpan. Bestuif de boter met bloem en meng 2 min. Meng beetje bij beetje met de kippenbouillon en voeg dan de room toe. Laat zachtjes sudderen tot een smeuïge saus. Voeg de butternut en het citroensap toe. Mix alles. Voeg de uien, de wortelen, de knolselder en de balletjes toe. Breng verder op smaak.
7
Dien de balletjes warm op met de quinoa. Werk af met oregano.