1
Voor de pickles: schil de rode biet, de wortel en de komkommer. Snijd ze met de mandoline in fijne schijfjes en doe dit ook met de radijzen en de ui. Doe de rodebietschijfjes in een aparte kom en doe de andere groenten samen in een kleine slakom. Meng de suiker, het water, de azijn en het zout. Verdeel dit mengsel over de 2 kommen en laat 30 min. rusten.
2
Voor de tortilla’s: meng 350 g bloem met het lauwe water, de gehakte oregano, de Espelettepeper en het zout. Kneed tot een soepele en homogene deegbal. Voeg indien nodig een beetje bloem toe. Laat 15 min. rusten.
3
Stoom de kipfilets gedurende 12 min.
4
Voor de saus: rasp de gember grof en pers met de vingers het sap uit de pulp. Meng de zure room met de yoghurt, het gembersap, de ontpitte en gehakte rode peper. Kruid met zout.
5
Snijd de granaatappel horizontaal in 2. Houd elke helft omgekeerd boven een grote kom en klop er met een vleeshamer of een pollepel de pitjes uit.
6
Bestuif het werkblad met bloem. Verdeel het deeg in 16 balletjes en sla ze met een deegrol plat. Bak ze 2 per 2 goudbruin op een matig vuurtje, in een warme antiaanbakpan. Druk ze plat wanneer ze opzwellen (baktijd: ± 1.30 min. per kant). Houd ze warm tussen 2 licht bevochtigde keukendoeken.
7
Scheur het kippenvlees met de vingers. Beleg de tortilla’s met spinazieblaadjes, kip, verkruimelde geitenkaas, pickles, saus, plukjes koriander en granaatappelpitten. Serveer met limoenpartjes.
1
Voor de pickles: schil de rode biet, de wortel en de komkommer. Snijd ze met de mandoline in fijne schijfjes en doe dit ook met de radijzen en de ui. Doe de rodebietschijfjes in een aparte kom en doe de andere groenten samen in een kleine slakom. Meng de suiker, het water, de azijn en het zout. Verdeel dit mengsel over de 2 kommen en laat 30 min. rusten.
2
Voor de tortilla’s: meng 350 g bloem met het lauwe water, de gehakte oregano, de Espelettepeper en het zout. Kneed tot een soepele en homogene deegbal. Voeg indien nodig een beetje bloem toe. Laat 15 min. rusten.
3
Stoom de kipfilets gedurende 12 min.
4
Voor de saus: rasp de gember grof en pers met de vingers het sap uit de pulp. Meng de zure room met de yoghurt, het gembersap, de ontpitte en gehakte rode peper. Kruid met zout.
5
Snijd de granaatappel horizontaal in 2. Houd elke helft omgekeerd boven een grote kom en klop er met een vleeshamer of een pollepel de pitjes uit.
6
Bestuif het werkblad met bloem. Verdeel het deeg in 16 balletjes en sla ze met een deegrol plat. Bak ze 2 per 2 goudbruin op een matig vuurtje, in een warme antiaanbakpan. Druk ze plat wanneer ze opzwellen (baktijd: ± 1.30 min. per kant). Houd ze warm tussen 2 licht bevochtigde keukendoeken.
7
Scheur het kippenvlees met de vingers. Beleg de tortilla’s met spinazieblaadjes, kip, verkruimelde geitenkaas, pickles, saus, plukjes koriander en granaatappelpitten. Serveer met limoenpartjes.