1
Pel de garnalen, hou de koppen en de karkassen bij.
2
Om de fond te maken warm je de olijfolie op in een pan. Stoof er de koppen en de karkassen van de garnalen in. Hak de wortel, de ajuin en de look en doe ze in de pan. Laat kort stoven en voeg de tijm en wat versnipperde peterselie toe. Blus met de witte wijn en laat zo’n 2 minuten opkomen. Bedek met water, kruid met peper en nootmuskaat en laat zo’ n 25 minuten sudderen.
3
Voor de roux smelt je margarine in een kookpot. Meng er bloem door tot je een homogene massa bekomt. Zet koel.
4
Giet de fond door een zeef. Voeg melk toe en breng zacht aan de kook. Doe er af en toe wat roux bij om een consistente en homogene massa te bekomen.
5
Giet de garnalen af en doe ze bij de massa. Beboter een grote rechthoekige plaat en verdeel er de massa over. Plaats minstens 2 uur in de koelkast.
6
Zet drie bordjes klaar met bloem, geklopte eieren en paneermeel. Vanaf de massa koud genoeg is, snij je hem in kleine rechthoekjes. Haal elk vierkantje door de bloem, daarna de eieren en uiteindelijk het paneermeel.
7
Verwarm de olie tot 170°C. Doe er 3 tot 4 kroketten in en bak ze tot de kroketten een mooi kleurtje krijgen. Doe hetzelfde met de overgebleven kroketten. Eindig door wat verse peterselie kort in het vet te bakken.
8
Dien de kroketten op met kwartjes citroen en de gefrituurde peterselie.
1
Pel de garnalen, hou de koppen en de karkassen bij.
2
Om de fond te maken warm je de olijfolie op in een pan. Stoof er de koppen en de karkassen van de garnalen in. Hak de wortel, de ajuin en de look en doe ze in de pan. Laat kort stoven en voeg de tijm en wat versnipperde peterselie toe. Blus met de witte wijn en laat zo’n 2 minuten opkomen. Bedek met water, kruid met peper en nootmuskaat en laat zo’ n 25 minuten sudderen.
3
Voor de roux smelt je margarine in een kookpot. Meng er bloem door tot je een homogene massa bekomt. Zet koel.
4
Giet de fond door een zeef. Voeg melk toe en breng zacht aan de kook. Doe er af en toe wat roux bij om een consistente en homogene massa te bekomen.
5
Giet de garnalen af en doe ze bij de massa. Beboter een grote rechthoekige plaat en verdeel er de massa over. Plaats minstens 2 uur in de koelkast.
6
Zet drie bordjes klaar met bloem, geklopte eieren en paneermeel. Vanaf de massa koud genoeg is, snij je hem in kleine rechthoekjes. Haal elk vierkantje door de bloem, daarna de eieren en uiteindelijk het paneermeel.
7
Verwarm de olie tot 170°C. Doe er 3 tot 4 kroketten in en bak ze tot de kroketten een mooi kleurtje krijgen. Doe hetzelfde met de overgebleven kroketten. Eindig door wat verse peterselie kort in het vet te bakken.
8
Dien de kroketten op met kwartjes citroen en de gefrituurde peterselie.