Bouillabaisse

Pel de ontdooide garnaalstaarten en houd ze apart. Laat de pantsers al roerend op een hoog vuur kleuren, in een kookpot met 1 el olijfolie. Voeg de tomaten in grote stukken en de cayennepeper toe. Fruit tot het vrijgekomen vocht verdampt is. Giet er het water bij, de 2 fonds, de bouillon en voeg de laurierblaadjes toe. Breng aan de kook en laat 1 u op een heel zacht vuurtje sudderen. Verwijder de laurierblaadjes, mix fijn en filter.

Giet de gefilterde bouillon opnieuw in de kookpot en laat nog 30 min. koken met de witte wijn, de helft van de wortelen in dikke schijfjes, de gehakte teentjes knoflook, de ui in reepjes en 1 venkelknol in dunne lange plakjes.

Verwarm intussen de oven voor op 210°C en bedek een ovenplaat met bakpapier. Verwijder de stengels van de 2e venkelknol en snijd de knol in partjes. Snijd de rest van de wortelen in 2 en snijd dan elke helft nog eens overlangs in 2. Schik de venkel en de wortelen op de ovenplaat, besprenkel ze met 2 el olijfolie en schuif ze 15 min. in de oven.

Schil de krieltjes en kook ze 15 min. in kokend gezouten water.

Mix de soep fijn, voeg de saffraan toe en breng opnieuw aan de kook. Voeg de garnalen en de visfilets in stukken toe. Zet het deksel op de pan en laat 5 min. net onder het kookpunt sudderen. Voeg de geroosterde groenten en de krieltjes toe. Breng verder op smaak en dien meteen op, anders wordt de vis te gaar.