1

Verwarm de oven voor op 170°C. Haal het bladerdeeg uit de vriezer zodat het kan ontdooien.

2

Hak de walnoten en amandelen fijn met een keukenrobot. Meng ze in een kom met de broodkruimels, vanillesuiker, nootmuskaat, gemalen kruidnagel en kardemom.

3

Vet een ronde bakvorm van 36 cm doorsnede en 10-12 cm hoog in (indien mogelijk met een verwijderbare bodem) en bekleed met bakpapier.

4

Bestrooi het werkoppervlak met bloem. Leg 3 vellen bladerdeeg op elkaar en rol ze uit tot een cirkel met dezelfde diameter als de bakvorm. Leg het deeg op de bodem van de vorm. Verdeel een flinke handvol van het notenmengsel over het deeg. Leg een vel bladerdeeg op de vulling, voeg opnieuw een flinke handvol van het notenmengsel toe en herhaal tot alles op is. Eindig met een driedubbele laag bladerdeeg.

5

Snijd de baklava in ruitvormige stukken en steek een amandel in het midden van elk stuk. Verwarm de olijfolie en giet deze over de baklava. Bedek met 2 vellen bakpapier en bak gedurende 1 uur en 30 min. Verwijder het bakpapier en bak nog 30 min. Haal uit de oven en laat afkoelen.

6

Kook het water met de suiker, honing, kaneel, citroensap en een halve citroen gedurende 10 min. Haal van het vuur en giet de kokende siroop over de baklava. Laat goed afkoelen voor het serveren.