1
Verwarm de oven voor op 180°C. Smelt de boter in een volledig metalen pan met 28 cm diameter. Bestuif met de suiker en laat op een matig vuurtje karamelliseren. Haal van het vuur.
2
Snijd de pruimen in 2 of in 4 naargelang hun grootte en ontpit ze. Schik ze in cirkels in de pan, met de velkant naar beneden. Ze smelten tijdens het koken, ze mogen elkaar dus zeker wat overlappen.
3
Leg er het deeg bovenop. Plooi de randen naar binnen en druk ze tussen de pruimen en de taartvorm lichtjes aan. Het kan geen kwaad als het deeg verfrommeld is! Prik er wat gaten in met een vork en bak 35 min goudbruin in de oven.
4
Draai de taart om op een dienschotel, dien warm op en geef er eventueel een bolletje vanille-ijs bij.
1
Verwarm de oven voor op 180°C. Smelt de boter in een volledig metalen pan met 28 cm diameter. Bestuif met de suiker en laat op een matig vuurtje karamelliseren. Haal van het vuur.
2
Snijd de pruimen in 2 of in 4 naargelang hun grootte en ontpit ze. Schik ze in cirkels in de pan, met de velkant naar beneden. Ze smelten tijdens het koken, ze mogen elkaar dus zeker wat overlappen.
3
Leg er het deeg bovenop. Plooi de randen naar binnen en druk ze tussen de pruimen en de taartvorm lichtjes aan. Het kan geen kwaad als het deeg verfrommeld is! Prik er wat gaten in met een vork en bak 35 min goudbruin in de oven.
4
Draai de taart om op een dienschotel, dien warm op en geef er eventueel een bolletje vanille-ijs bij.