1
Bewerk de malse boter en de bruine suiker in de keukenrobot (of met een klopper) tot het geheel lichtjes begint te schuimen. Voeg de andere ingrediënten toe en meng. Stop zodra het deeg mooi homogeen is (als je geen keukenrobot hebt, kun je het deeg perfect met de handen kneden). Verdeel het deeg in 6 bollen, druk ze plat en wikkel ze apart in vershoudfolie. Laat de deegballen 1 u. in de koelkast rusten.
2
Voorzie vormen in fijn karton om het deeg uit te snijden: 1 rechthoek van 15 x 9 cm (zijmuren), 1 rechthoek van 18,5 x 12 cm (dak) en 1 vierkant met een zijde van 16 cm, die je op 9 cm hoogte in een punt snijdt (gevels).
3
Verwarm de oven voor op 180°C. Haal telkens 1 deegbal uit de koelkast en rol hem tussen 2 vellen bakpapier uit met een deegrol, tot 5 mm dikte (kneed het deeg eerst een beetje indien nodig). Snijd het deeg uit met één van de kartonnen vormen. Verwijder het overschot deeg rondom (wikkel dit in vershoudfolie en zet terug in de koelkast). Snijd een stuk bakpapier uit, groter dan de koek. Voor een muur of een gevel, kun je vensters en/of een deur uitsnijden met mini-uitsteekringen, maar dit is niet noodzakelijk: je kunt al deze elementen ook achteraf met het glazuur tekenen. Leg de koeken met hun bakpapier op een bakblik. Snijd de 6 elementen van het huis op dezelfde manier en schuif ze in de oven zodra het bakblik vol is (je moet meerdere bakbeurten voorzien). Reken ± 12 min. baktijd om de koeken goudbruin te bakken (houd ze in het oog!). Laat de koeken 5 min. rusten, schuif ze op een rooster en laat ze volledig afkoelen.
4
Kneed alle deegrestjes samen, rol uit en snijd kleine figuurtjes uit met een uitsteekring: dennenbomen, sneeuwmannen, peperkoeken ventjes, sterren … Bekleed een ovenplaat met bakpapier en verdeel er de figuurtjes over (je hoeft er dus geen bakpapier rond te snijden, zoals voor de grote stukken). Bak ze ± 8 min. in de oven.
5
Maak het glazuur: doe het eiwit en een scheutje citroensap in een kom. Voeg beetje bij beetje en stevig kloppend de bloemsuiker toe. Meng tot een glad, niet te vloeibaar glazuur. Gebruik naargelang de grootte van het eiwit eventueel niet alle suiker en voeg enkele druppels citroensap toe als je te veel suiker hebt gebruikt. Doe de helft van het glazuur in een wegwerpspuitzak en sluit zorgvuldig af zodat het niet uitdroogt. Bewaar op kamertemperatuur.
6
Doe de rest van het glazuur in een andere spuitzak met een gladde tuit van 2 mm (of snijd het uiteinde van de spuitzak een heel klein beetje in als je er geen hebt). Werk alle elementen van het huis en de figuurtjes naar wens af met het glazuur. Laat het glazuur hard worden in de openlucht.
7
Bevestig de elementen van het huis aan elkaar met de rest van het glazuur en laat volledig drogen. Zet het peperkoekenhuisje op een grote schotel en schik er enkele figuurtjes rond (houd ze rechtop met een beetje marsepein aan de achterkant). Plet de meringues en … let it snow!
1
Bewerk de malse boter en de bruine suiker in de keukenrobot (of met een klopper) tot het geheel lichtjes begint te schuimen. Voeg de andere ingrediënten toe en meng. Stop zodra het deeg mooi homogeen is (als je geen keukenrobot hebt, kun je het deeg perfect met de handen kneden). Verdeel het deeg in 6 bollen, druk ze plat en wikkel ze apart in vershoudfolie. Laat de deegballen 1 u. in de koelkast rusten.
2
Voorzie vormen in fijn karton om het deeg uit te snijden: 1 rechthoek van 15 x 9 cm (zijmuren), 1 rechthoek van 18,5 x 12 cm (dak) en 1 vierkant met een zijde van 16 cm, die je op 9 cm hoogte in een punt snijdt (gevels).
3
Verwarm de oven voor op 180°C. Haal telkens 1 deegbal uit de koelkast en rol hem tussen 2 vellen bakpapier uit met een deegrol, tot 5 mm dikte (kneed het deeg eerst een beetje indien nodig). Snijd het deeg uit met één van de kartonnen vormen. Verwijder het overschot deeg rondom (wikkel dit in vershoudfolie en zet terug in de koelkast). Snijd een stuk bakpapier uit, groter dan de koek. Voor een muur of een gevel, kun je vensters en/of een deur uitsnijden met mini-uitsteekringen, maar dit is niet noodzakelijk: je kunt al deze elementen ook achteraf met het glazuur tekenen. Leg de koeken met hun bakpapier op een bakblik. Snijd de 6 elementen van het huis op dezelfde manier en schuif ze in de oven zodra het bakblik vol is (je moet meerdere bakbeurten voorzien). Reken ± 12 min. baktijd om de koeken goudbruin te bakken (houd ze in het oog!). Laat de koeken 5 min. rusten, schuif ze op een rooster en laat ze volledig afkoelen.
4
Kneed alle deegrestjes samen, rol uit en snijd kleine figuurtjes uit met een uitsteekring: dennenbomen, sneeuwmannen, peperkoeken ventjes, sterren … Bekleed een ovenplaat met bakpapier en verdeel er de figuurtjes over (je hoeft er dus geen bakpapier rond te snijden, zoals voor de grote stukken). Bak ze ± 8 min. in de oven.
5
Maak het glazuur: doe het eiwit en een scheutje citroensap in een kom. Voeg beetje bij beetje en stevig kloppend de bloemsuiker toe. Meng tot een glad, niet te vloeibaar glazuur. Gebruik naargelang de grootte van het eiwit eventueel niet alle suiker en voeg enkele druppels citroensap toe als je te veel suiker hebt gebruikt. Doe de helft van het glazuur in een wegwerpspuitzak en sluit zorgvuldig af zodat het niet uitdroogt. Bewaar op kamertemperatuur.
6
Doe de rest van het glazuur in een andere spuitzak met een gladde tuit van 2 mm (of snijd het uiteinde van de spuitzak een heel klein beetje in als je er geen hebt). Werk alle elementen van het huis en de figuurtjes naar wens af met het glazuur. Laat het glazuur hard worden in de openlucht.
7
Bevestig de elementen van het huis aan elkaar met de rest van het glazuur en laat volledig drogen. Zet het peperkoekenhuisje op een grote schotel en schik er enkele figuurtjes rond (houd ze rechtop met een beetje marsepein aan de achterkant). Plet de meringues en … let it snow!