1
Klop de eiwitten tot stevige sneeuw.
2
Klop de dooiers en karnemelk met een garde. Voeg dan de bloem, het bakpoeder en zout toe. Klop tot een homogene massa. Doe het stijve eiwit erbij en meng goed.
3
Bak de pancakes in een speciaal pannetje met boter of gebruik cirkelvormige steekvormpjes. Draai ze om wanneer er zich belletjes vormen aan de oppervlakte en de randen droog zijn. De pancakes zijn ongeveer 5 mm dik.
1
Klop de eiwitten tot stevige sneeuw.
2
Klop de dooiers en karnemelk met een garde. Voeg dan de bloem, het bakpoeder en zout toe. Klop tot een homogene massa. Doe het stijve eiwit erbij en meng goed.
3
Bak de pancakes in een speciaal pannetje met boter of gebruik cirkelvormige steekvormpjes. Draai ze om wanneer er zich belletjes vormen aan de oppervlakte en de randen droog zijn. De pancakes zijn ongeveer 5 mm dik.