1
Neem 3 vormen met een diameter van 15 cm, beboter ze en bestuif ze met bloem.
2
Verwarm de oven voor op stand 5/6 - 160°C.
3
Snijd de chocolade in stukjes en laat hem samen met de boter au bain-marie smelten. Meng de bloem, de dubbelkoolzure soda, het bakpoeder, het cacaopoeder, de suiker en het zout in een grote diepe kom. Kluts de eieren in een andere kom met de karnemelk. Meng de gesmolten chocolade en de eieren met de droge ingrediënten en blijf roeren tot je een homogeen deeg krijgt. Verdeel het deeg over de 3 vormen en laat gedurende 35 min. bakken. Haal het gebak uit de vormen en laat ze afkoelen op een rooster.
4
Verwarm de room, de honing en de boter in een steelpan. Haal die van het vuur af, voeg er de chocoladestukjes aan toe, laat 2 min. rusten en klop dan met een garde tot je een homogene structuur krijgt. Dek af en zet in de koelkast om af te koelen.
5
Giet de suiker in een steelpan met 2 eetlepels water. Laat de suiker smelten tot karamel zonder in de pan te roeren. Haal de pan van het vuur zodra de karamel donkerblond is geworden en voeg de in klontjes gesneden boter, de room en het zout toe. Meng alles dooreen. Giet in een kom, dek die af en zet in de koelkast om af te koelen.
6
Leg een eerste gebakje op een schotel. Giet er de helft van de karamel met gezouten boter over. Leg er een tweede gebakje op en giet er de rest van de karamel over. Dek dan af met het derde gebakje. Giet de ganache over het geheel en vorm daarbij krullen. Koel wegzetten en 30 min. voor het opdienen uit de koelkast halen.
1
Neem 3 vormen met een diameter van 15 cm, beboter ze en bestuif ze met bloem.
2
Verwarm de oven voor op stand 5/6 - 160°C.
3
Snijd de chocolade in stukjes en laat hem samen met de boter au bain-marie smelten. Meng de bloem, de dubbelkoolzure soda, het bakpoeder, het cacaopoeder, de suiker en het zout in een grote diepe kom. Kluts de eieren in een andere kom met de karnemelk. Meng de gesmolten chocolade en de eieren met de droge ingrediënten en blijf roeren tot je een homogeen deeg krijgt. Verdeel het deeg over de 3 vormen en laat gedurende 35 min. bakken. Haal het gebak uit de vormen en laat ze afkoelen op een rooster.
4
Verwarm de room, de honing en de boter in een steelpan. Haal die van het vuur af, voeg er de chocoladestukjes aan toe, laat 2 min. rusten en klop dan met een garde tot je een homogene structuur krijgt. Dek af en zet in de koelkast om af te koelen.
5
Giet de suiker in een steelpan met 2 eetlepels water. Laat de suiker smelten tot karamel zonder in de pan te roeren. Haal de pan van het vuur zodra de karamel donkerblond is geworden en voeg de in klontjes gesneden boter, de room en het zout toe. Meng alles dooreen. Giet in een kom, dek die af en zet in de koelkast om af te koelen.
6
Leg een eerste gebakje op een schotel. Giet er de helft van de karamel met gezouten boter over. Leg er een tweede gebakje op en giet er de rest van de karamel over. Dek dan af met het derde gebakje. Giet de ganache over het geheel en vorm daarbij krullen. Koel wegzetten en 30 min. voor het opdienen uit de koelkast halen.