Mechelse koekoek met artisjok, groene kool en krokantjes

Haal het wit en de bouten van de Mechelse koekoek en wrijf ze in met een doormidden gesneden teentje look. Bestrooi met kippenkruiden, zout en peper en laat goudbruin bakken in olijfolie. Laat het vlees even afkoelen alvorens het in huishoudfolie te verpakken. Stoom het vervolgens gaar (50 min. in stoomoven op 65 °C).

Kook de pastinaak in de melk. Laat uitlekken, mix en kruid.

Smeer het filodeeg in met olijfolie en bestrooi het met kippenkruiden. Zet het een tiental minuten in de oven op 180 °C tot het goudbruin is en breek het in stukken.

Giet het truffelsap en de gevogeltebouillon in een pannetje en laat inkoken. Voeg er de room en de stukken koekoek bij en laat een kwartiertje op een zacht vuurtje koken. Breng op smaak.

Bak de spekjes in wat olie, voeg er de koolbladeren bij en meng. Doe er een beetje room en fijngehakte pijnboompitten bij, laat 10 tot 15 minuten sudderen en vervolgens afkoelen.

Sauteer de artisjokkwartjes in olijfolie.

Snijd de stukken brood in twee en bak ze goudbruin in olijfolie.

Beleg deze toasts met kool en mimolette en laat de kaas smelten in de oven.

Schik de koekoek op de borden met de pastinaakpuree, de artisjokken en de toast met kool. Overgiet met saus, versier met deegkrokantjes en eventueel wat kant-en-klaar gefrituurde uitjes en dien onmiddellijk op.