1
Schil de citroenen met een dunschiller. Zorg ervoor dat je enkel het gele deel van de schil neemt, want het witte deel smaakt erg bitter. Als je graag een bittere toets in je limoncello proeft, dan kan je een beetje wit meeschillen, maar wees voorzichtig.
2
Neem een weckpot, giet er de alcohol in en voeg de citroenschillen toe. Sluit de pot heel goed af.
3
Zet de weckpot 2 à 3 weken op een donkere plek. Schud af en toe zodat de smaken goed opgenomen kunnen worden.
4
Na 2 à 3 weken zeef je de citroenschillen uit de alcoholoplossing.
5
Bereid na het maceren (= fruit in een aromatische vloeistof laten trekken) een siroop met de suiker en 1,6 l kokend water. Als de suiker opgelost is, laat je de siroop afgedekt afkoelen tot kamertemperatuur.
6
Giet vervolgens de siroop bij de alcohol zodat je limoncello krijgt. Meng rustig en giet de limoncello dan in mooie flessen. Bewaar op een donkere koele plaats. Leg de limoncello voor je hem serveert nog een uurtje of 2 in de vriezer, dan is hij op zijn lekkerst!
1
Schil de citroenen met een dunschiller. Zorg ervoor dat je enkel het gele deel van de schil neemt, want het witte deel smaakt erg bitter. Als je graag een bittere toets in je limoncello proeft, dan kan je een beetje wit meeschillen, maar wees voorzichtig.
2
Neem een weckpot, giet er de alcohol in en voeg de citroenschillen toe. Sluit de pot heel goed af.
3
Zet de weckpot 2 à 3 weken op een donkere plek. Schud af en toe zodat de smaken goed opgenomen kunnen worden.
4
Na 2 à 3 weken zeef je de citroenschillen uit de alcoholoplossing.
5
Bereid na het maceren (= fruit in een aromatische vloeistof laten trekken) een siroop met de suiker en 1,6 l kokend water. Als de suiker opgelost is, laat je de siroop afgedekt afkoelen tot kamertemperatuur.
6
Giet vervolgens de siroop bij de alcohol zodat je limoncello krijgt. Meng rustig en giet de limoncello dan in mooie flessen. Bewaar op een donkere koele plaats. Leg de limoncello voor je hem serveert nog een uurtje of 2 in de vriezer, dan is hij op zijn lekkerst!