Courgettefocaccia met burrata en lauwe salsa

Verwarm de oven voor op 50°C. Meng de gist met 3 dl lauw water. Doe de bloem, het zout en de suiker in een grote slakom, maak een putje in het midden en giet er de gist in. Meng en kneed tot een soepel en homogeen deeg.

Snijd de courgette overlangs in 4 en ontpit ze. Rasp ze op een natte en goed uitgewrongen keukendoek. Maak een bundel met de keukendoek en pers er zoveel mogelijk vocht uit. Voeg toe aan het deeg en kneed opnieuw. Meng wat bloem onder het deeg als het te plakkerig is. Vorm een deegbal en bestrijk hem met 1 el olijfolie. Leg de deegbal in een ovenschaal, bedek hem met een vochtige keukendoek en laat 30 min. in de oven rijzen.

Ontpit de tomaten, snijd ze in kleine blokjes en houd apart. Verwarm de olijfolie met de fijngehakte sjalot en het geperste teentje knoflook in een steelpan. Voeg de tomatenblokjes, 2 takjes tijm, de rozemarijn, peper en zout toe zodra de olie heet is. Breng opnieuw aan de kook, laat 3 min. pruttelen en haal de pan van het vuur.

Verhoog de temperatuur van de oven tot 210°C. Kneed het deeg een beetje, verdeel het over een vel bakpapier en maak er met je vingers kleine putjes in. Smeer de focaccia in met 2 el olijfolie, bestrooi hem met tijm, kruid met peper en zout. Bak 25 min. in de oven.

Verdeel de lauwe salsa over de borden, voeg 1 burrata per persoon toe, werk af met tijm en serveer met de warme focaccia in sneetjes.